Tabelpagina Hulpmiddelen
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Hulpmiddelen, klik hier.
Deze pagina beschrijft hoe de hulpmiddelenzorg (rubriek 8) werd bekostigd en verantwoord in 2022. Deze informatie is van toepassing op het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2017-2021. De toegepaste methodiek van dit rapport met betrekking tot rubriek 8 staat ook hier beschreven.
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Hulpmiddelen, klik hier.
Rubriek 8 behandelt de kosten die gemaakt worden met betrekking tot de (extramurale) hulpmiddelen in Nederland. Dit zijn alle hulpmiddelen die verstrekt worden en welke vallen onder de dekking van het basispakket van de Zvw, exclusief eigen bijdrage. Voor de hulpmiddelen geldt dat er naast een eigen risico voor een aantal hulpmiddelen een eigen bijdrage geldt. Deze is afhankelijk van het type hulpmiddel.
Tabel 1: Totaal geschatte bruto eigen bijdrages voor de hulpmiddelen.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Geschatte bruto eigen bijdrage hulpmiddelen | €85.418.599 | €88.164.982 | €101.046.979 | €91.925.693 |
Vanaf 2020 worden er extra kosten gemaakt vanwege de coronapandemie. Deze zijn onder te verdelen in direct patiëntgebonden kosten en indirecte kosten. De direct patiëntgebonden kosten worden verantwoord via reguliere prestaties en zijn voor de hulpmiddelen niet terug te herkennen in dit rapport. De indirecte coronakosten worden apart verantwoord. Uitgebreide detailinformatie betreffende de hulpmiddelenzorg is ook terug te vinden via de website van de GIP databank van het Zorginstituut Nederland (www.gipdatabank.nl).
De hulpmiddelenzorg kent functie omschreven prestatietitels met vrije tarieven. Voor een verdere uitsplitsing in gemiddelde tarieven per hulpmiddel over de jaren heen, zie ook de GIP-databank.
Hieronder worden de belangrijkste beleidsveranderingen in de periode 2017-2022 beschreven.
2017
2019
2021
Voor het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2017-2021, welke in 2022 is verschenen, wordt gebruik van gemaakt van declaratiegegevens die verstrekt zijn door de zorgverzekeraars aan het Zorginstituut via Vektis. Ten behoeve van de wettelijke taken worden deze gepseudonimiseerde declaraties gebruikt voor onder meer desbetreffend rapport.
In het tabellenoverzicht zijn de kosten voor de Zvw van 2017 tot en met 2021 te bekijken. Het verschil met deze kosten ten opzichte van de reguliere meerjarentabellen is dat de definitie hoe de kosten verantwoord worden voor elk jaar gelijk zijn aan 2022. Hierdoor wordt gecorrigeerd voor administratieve verschuivingen over de jaren en is het makkelijker om een getrouw beeld te krijgen van de ontwikkelingen vanaf 2017. Op dit moment zijn alle kosten zijn gebaseerd op de ramingen van de zorgverzekeraars uit de vierde kwartaalrapportage van 2021.
Omdat de kosten nog niet uitgedeclareerd zijn, zijn de laatste jaren nog aan verandering onder hevig. Tevens is 2021 (en in sommige gevallen 2020) nog leeg gelaten op de diepere niveaus, omdat er te weinig declaraties zijn.
Voor een uitgebreide beschrijving van de toegepaste methodiek, klik hier.