Stijging kosten GGZ zet door
In de basisverzekering stijgen de kosten van de GGZ in 2024 naar verwachting met 10,4% naar een totaal van € 5,6 miljard. In 2023 was de groei ten opzichte van 2022 9,4%. Dit is te zien in figuur 1.
Volgens de nieuwste cijfers van Zorginstituut Nederland over het derde kwartaal 2024 stijgen de kosten van de basisverzekering met 8,1% en die van de langdurige zorg met 9,8%. Het Zorginstituut toont in deze factsheet enkele opvallende ontwikkelingen die we zien in de voorlopige cijfers over kostenontwikkelingen in de zorg. We doen dit op basis van declaratiegegevens van wettelijk verzekerde zorg die we ontvangen via zorgverzekeraars en zorgkantoren.
In de basisverzekering stijgen de kosten van de GGZ in 2024 naar verwachting met 10,4% naar een totaal van € 5,6 miljard. In 2023 was de groei ten opzichte van 2022 9,4%. Dit is te zien in figuur 1.
De stijging in 2024 is meer dan eerder werd verwacht. Het grootste gedeelte van de toename in kosten wordt verklaard door stijging van de tarieven met gemiddeld 5,6%. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de tarieven later nog verder aangepast, maar die tariefverhoging is nog niet zichtbaar in de geraamde kosten (zie kader).
Het overige gedeelte van de kostenstijging komt door de hoeveelheid verleende zorg. Op basis van declaratiegegevens zien we dat dit voornamelijk komt door een toename bij de consulten in een ambulante setting. Dit is zorg waarbij de patiënt niet wordt opgenomen in een instelling, maar na de sessie weer naar huis gaat. Het valt hierbij op dat de kosten bij vrouwen sneller toenemen dan bij mannen. In de leeftijdsgroep 18 tot en met 30 jaar bijvoorbeeld maken ongeveer twee keer zo veel vrouwen als mannen gebruik van de ggz. Dit verschil is in de afgelopen jaren groter geworden. In de leeftijdsgroep 30 tot en met 50 jaar stijgen de kosten het meest: bij mannen met 11,1% en bij vrouwen met 15,8%.
Aanpassing ggz-tarieven De NZa heeft de tarieven voor de jaren 2022 tot en met 2025 (met terugwerkende kracht) aangepast met gemiddeld 5%. Dit komt door een uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb). Volgens het CBb was bij het berekenen van de tarieven te weinig rekening gehouden met de gestegen hoeveelheid indirecte tijd. Dit is de tijd die een zorgverlener besteedt rondom een consult of een behandelmoment, zonder dat de patiënt daarbij aanwezig is. Het effect van de tariefstijging op de kosten van de GGZ is nog niet meegenomen in de verwachte kosten en is dus nog onduidelijk. |
Meer mannen dan vrouwen lijden aan chronisch hartfalen en een MRI scan wordt bij mannen ook relatief vaker ingezet. Van de mannen kreeg in 2023 1 op 15 een MRI, tegenover 1 op 21 vrouwen. Dit leidt tot bijna twee keer zoveel MRI’s bij mannen (3.789) als bij vrouwen (1.929). In 2019 was dit 1 op 22 mannen en 1 op 31 vrouwen, dus het verschil is zelfs nog iets groter geworden.
Chronisch hartfalen is een van de meest voorkomende diagnoses binnen de hart- en vaatziekten. Uit cijfers op basis van declaraties in de medisch specialistische zorg stijgt het aantal patiënten dat lijdt aan chronisch hartfalen en worden beeldvormende technieken zoals een MRI scan steeds vaker toegepast. Cardiologen gebruiken MRI’s om gedetailleerde informatie over het hart te verkrijgen, wat helpt bij het stellen van een nauwkeurige diagnose en het bepalen van het beste behandeltraject. |
In Nederland zijn er steeds vaker uitbraken van scabiës, beter bekend als schurft. We zien dit door een sterke stijging van het anti-schurftmiddel Permetrine. In de eerste helft van 2024 was het aantal gebruikers van anti schurft middelen ruim 88.000, ten opzichte van bijna 152.000 in (geheel) 2023. In dagelijkse doses steeg de uitgifte van Permetrine in de periode januari tot juni 2024 ten opzichte van 2023 van 3.231.000 naar 5.695.000, oftewel met 2.464.000 (76,3%). Het aantal uitgiftes steeg in die periode van 57.835 naar 96.484, oftewel met 38.649 (66,8%). Het feit dat het aantal uitgiftes sneller steeg dan het aantal gebruikers, duidt erop dat er waarschijnlijk meer herbesmettingen plaatsvonden.
Voor de Wlz is het budgettair kader (het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders/ zorgkantoren) door het ministerie van VWS voor het jaar 2024 verhoogd. Hierdoor is voor alle sectoren in de Wlz (ouderenzorg, gehandicaptenzorg en ggz) een stijging in de kosten te zien. In figuur 2 is te zien dat waar de kosten voor ouderenzorg na het eerste kwartaal een stijging van 9,5% te zien gaven, die stijging nu is toegenomen tot 9,9%. Voor gehandicaptenzorg is de stijging na het eerste kwartaal met 7,5% t.o.v. 2023 na het derde kwartaal toegenomen tot 8,8%. En in de langdurige GGZ is de stijging na het eerste kwartaal van 5,9% t.o.v. 2023, bijna verdubbeld tot 11,6% na het derde kwartaal.
In de declaratiedata die wij ontvangen zien we dat er in verhouding met de andere rubrieken meer kosten gedeclareerd worden onder de langdurige GGZ dan in 2023. Waar we eerder nog verwachtten dat de GGZ het minst in kosten zou stijgen ten opzichte van 2023, lijkt het er nu dus op dat deze sector het meest zal stijgen.