Tabelpagina Ziekenvervoer
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor het Ziekenvervoer, klik hier.
Deze pagina beschrijft hoe het ziekenvervoer (rubriek 9) werd bekostigd en verantwoord in 2024. Deze informatie is van toepassing op het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2019-2023. De toegepaste methodiek van dit rapport met betrekking tot rubriek 9 staat ook hier beschreven.
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor het Ziekenvervoer, klik hier.
In rubriek 9 staan de kosten die gemaakt worden met betrekking tot het ziekenvervoer in Nederland, welke vallen onder de dekking van het basispakket in de Zvw. Dit behelst medisch noodzakelijk vervoer met ambulance of helikopter en met eigen vervoer/taxi/OV1. Daarnaast kan ziekenvervoer vergoed worden via de Wlz en/of de Wmo. Deze vormen van vergoed vervoer worden niet behandeld in dit rapport.
Voor deze rubriek geldt dat de verzekeraars voor deze jaren volledig risicodragend waren via de risicoverevening, maar dat er wel opbrengstverrekening plaatsvindt op het ambulancevervoer via de NZa. Voor beide soorten vervoer geldt het eigen risico. Voor het ziekenvervoer met eigen vervoer/taxi/OV geldt daarnaast een eigen bijdrage. De hoogte van deze eigen bijdrage is in 2024 verhoogd naar €118. In 2023 was dit €113.
Tabel 1: Totaal geschatte bruto eigen bijdrages voor de ziekenvervoer.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Geschatte bruto eigen bijdrage ziekenvervoer | €9.297.192 | €8.169.945 | €8.640.648 | €9.087.008 |
Ziekenvervoer kent verschillende bekostigingssystemen. Ambulancevervoer kent budgetbekostiging en heeft sinds 2014 een nieuwe bekostigingsstructuur. Daar waar in de oude bekostigingssystematiek productie een prominente rol speelde, is de nieuwe bekostigingsstructuur voor het grootste deel gebaseerd op de beschikbaarheid van ambulancezorg. De NZa stelt een voorlopig budget vast aan het begin van jaar t. In het najaar van jaar t+1 dienen partijen de nacalculatie van jaar t in. Hiermee wordt het definitieve budget voor jaar t vastgesteld. Tevens vraagt de NZa ook de opbrengsten (gedeclareerde tarieven) op. Hiermee wordt het opbrengstverschil berekend: het definitieve budget minus het totaal van de gedeclareerde tarieven. In december t+2 zijn de marktaandelen definitief en worden de definitieve opbrengstverschillen verrekend. Bij een positief opbrengstverschil (opbrengstoverschot) stelt de NZa per regionale ambulancevoorziening (RAV) naar rato van marktaandelen per verzekeraar een vereffeningsbedrag vast, waarmee verzekeraars het overschot kunnen terugvorderen. Bij een negatief opbrengstverschil (opbrengsttekort) stelt de NZa per RAV naar rato van marktaandelen per verzekeraar een verrekenbedrag vast2. Tot 2019 gebeurde de verrekening op kasbasis. Vanaf 2019 vindt dit (met terugwerkende kracht vanaf 2016) op transactiebasis plaats.
De NZa stelt maximumtarieven vast voor de ambulancevervoerprestaties. Deze tarieven worden elk jaar geïndexeerd door de NZa om te corrigeren voor in- of deflatie3. Daarnaast veranderen maximumprijzen soms om andere redenen, bijvoorbeeld omdat meerdere prestaties geïntegreerd worden tot één prestatie. In 2024 stijgen de tarieven voor ambulancevervoer met 5,9% ten opzichte van 20234. Vergoeding van vervoer met eigen auto/taxi/OV gaat via de zorgverzekeraar, zoals beschreven in artikelen 2.13-2.16 in Besluit Zorgverzekering.
Hieronder worden de belangrijkste beleidsveranderingen in de periode 2019-2023 beschreven.
2020
Vanaf 2020 worden er extra kosten gemaakt vanwege de coronapandemie voor het ziekenvervoer gaat het met name om extra ambulanceritten. Deze direct patiëntgebonden kosten worden verantwoord via reguliere prestaties en zijn voor het ziekenvervoer niet apart terug te herkennen in dit rapport.
In 2018 en 2019 zijn op verzoek van het ministerie van VWS een tweetal adviesrapporten uitgebracht over de toekomst van de regeling ziekenvervoer. Hier zijn een aantal wijzigingen uit voortgekomen die per 2020 in zijn gegaan:
Patiënten binnen de geriatrische revalidatiezorg worden als categorie aan de aanspraak toegevoegd. Het vervoer voor deze patiënten werd al vergoed op grond van de hardheidsclausule, maar wordt nu formeel ingebed in het besluit Ziekenvervoer.
In gevallen dat patiënten ver moeten reizen voor hun behandeling en meerdere dagen aansluitend op de behandellocatie moeten zijn, is er vanaf 2020 de mogelijkheid om te overnachten en deze kosten vergoed te krijgen. Dit is mogelijk wanneer sprake is van drie aaneengesloten dagen, waarop anders vervoer nodig zou zijn. De patiënt heeft dan aanspraak op een vergoeding voor zijn heen- en terugreis naar de behandellocatie en voor twee of meer overnachtingen in de buurt van de behandellocatie. De logeervergoeding komt dus gedeeltelijk in plaats van de vervoersvergoeding.5
Voor het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2019-2023, welke in 2024 is verschenen, wordt gebruik van gemaakt van declaratiegegevens die verstrekt zijn door de zorgverzekeraars aan het Zorginstituut via Vektis. Ten behoeve van de wettelijke taken worden deze gepseudonimiseerde declaraties gebruikt voor onder meer desbetreffend rapport.
In het tabellenoverzicht zijn de kosten voor de Zvw van 2019 tot en met 2023 te bekijken. Het verschil met deze kosten ten opzichte van de reguliere meerjarentabellen is dat de definitie hoe de kosten verantwoord worden voor elk jaar gelijk zijn aan 2024. Hierdoor wordt gecorrigeerd voor administratieve verschuivingen over de jaren en is het makkelijker om een getrouw beeld te krijgen van de ontwikkelingen vanaf 2019. Op dit moment zijn alle kosten gebaseerd op de ramingen van de zorgverzekeraars uit de tweede kwartaalrapportage 2024.
Omdat de kosten nog niet uitgedeclareerd zijn, zijn de laatste jaren nog aan verandering onderhevig. Tevens is 2023 (en in sommige gevallen 2022) nog leeg gelaten op de diepere niveaus, omdat er te weinig declaraties zijn.
Voor een uitgebreide beschrijving van de toegepaste methodiek, klik hier.