Tabelpagina Paramedische zorg
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Paramedische zorg, klik hier.
Deze pagina beschrijft hoe de paramedische zorg (rubriek 7) werd bekostigd en verantwoord in 2024. Deze informatie is van toepassing op het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2019-2023. De toegepaste methodiek van dit rapport met betrekking tot rubriek 7 staat ook hier beschreven.
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Paramedische zorg, klik hier.
Rubriek 7 behandelt de kosten in de paramedische zorg in Nederland binnen het basispakket. Het betreft fysiotherapie, oefentherapie, logopedie, ergotherapie, dieetadvisering en gecombineerde leefstijl interventie (GLI). Voor de paramedische zorg geldt een eigen risico en specifiek voor fysiotherapie en oefentherapie geldt dat voor kinderen tot 18 jaar maximaal 9 behandelingen vergoed worden. Voor volwassenen vanaf 18 jaar wordt fysiotherapie of oefentherapie enkel vergoed vanaf de 21ste behandeling van aandoeningen die voorkomen op de chronische lijst1. Uitzonderingen hierop zijn bepaalde behandelingen die vallen onder een bepaalde regeling of programma, zoals bijvoorbeeld gesuperviseerde oefentherapie voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD). Alle overige behandelingen fysiotherapie vallen niet onder het basispakket. Bij dieetadvisering is er een vergoeding voor een maximum van drie behandeluren per kalenderjaar, met uitzondering als er sprake is van ketenzorg2. Bij ergotherapie is dit voor een maximum van 10 behandeluren per kalenderjaar.
2019
Gesuperviseerde oefentherapie bij COPD
Vanaf 1 januari 2019 wordt een aantal behandelingen bij COPD afhankelijk van risicogroep. Er zijn vier groepen te onderscheiden, namelijk A, B, C en D. Het maximum aantal vergoede behandelsessies in het startjaar zijn:
Na het startjaar heeft de patiënt recht op onderhoudsbehandelingen. Voor groep B, C en D zijn dit respectievelijk 3, 52 en 52 behandelingen. In 2020 is het aantal behandelingen opgehoogd. Groep B is opgesplitst in B1 en B2. Patiënten in groep B2 krijgen in het startjaar en de opvolgende behandeljaren respectievelijk 70 en 52 behandelingen vergoed3.Vanaf 1 januari 2025 zullen de beperkingen in het maximumaantal behandelingen voor gesuperviseerde oefentherapie bij patiënten met COPD worden afgeschaft4.
Het aantal patiënten dat pre-corona gesuperviseerde oefentherapie ontving voor COPD was in 2019 ongeveer 47.000 en daalt daarna. Vanaf 2022 is er weer een stijging te zien in het aantal patiënten. De verhouding man/vrouw blijft over de jaren gelijk (rond de 55%) en wijkt licht af van de prevalentiecijfers5. De leeftijd van de behandelde patiënten is in lijn met de prevalentiecijfers waarin het aantal COPD patiënten vanaf 60 jaar sterk toeneemt. Tabel 1. Kosten en aantal unieke gebruikers oefentherapie voor COPD per jaar
Tabel 2. Indeling geslacht en leeftijd bij oefentherapie voor COPD per jaar
|
Gecombineerde leefstijl interventie
Per 1 januari 2019 wordt de GLI vanuit de basisverzekering vergoed. Alleen GLI’s die bewezen effectief zijn, worden vergoed6. GLI is zorg voor mensen met overgewicht of obesitas en is gericht op gedragsverandering om een betere leefstijl te verkrijgen. Een GLI-traject duurt twee jaar en bestaat uit meerdere individuele- en groepscontactenmomenten. Het aantal groepsbijeenkomsten en sessies is afhankelijk van het programma dat gevolgd wordt. GLI is bedoeld voor mensen met obesitas (een Body Mass Index (BMI) van 30 of hoger) of mensen met overgewicht (BMI van 25 of hoger) en een verhoogd risico op een andere aandoening zoals hart- en vaatziekten of diabetes type 2.
2020
PACT training
Per 1 januari 2020 wordt ‘Partners van Afasiepatiënten Conversatie Training’ (PACT) binnen de logopedie vergoed vanuit de basisverzekering7. Voor mensen met afasie en hun partners kan aanpassing moeilijk zijn. Partners van Afasiepatiënten Conversatie Training (PACT) is een therapieprogramma bedoeld om het aanleren van een nieuwe manier van praten te ondersteunen.
Coronapandemie
In 2020 kunnen extra kosten gemaakt vanwege de coronapandemie worden verantwoord. Deze zijn onder te verdelen in direct patiëntgebonden kosten en indirecte kosten. De direct patiëntgebonden kosten worden verantwoord via reguliere prestaties en zijn voor de Paramedische zorg niet terug te herkennen in dit rapport. De indirecte coronakosten worden apart verantwoord.
Coronaherstelzorg
Per 18 juli 2020 wordt coronaherstelzorg vanuit de basisverzekering vergoed8. Patiënten die ernstige klachten hebben tijdens hun herstel van COVID-19 krijg deze zorg vergoed. De huisarts of medische specialist beoordeeld of iemand recht heeft op coronaherstelzorg. De maximale periode voor behandeling is zes maanden. Behandelaars nemen na drie maanden contact met de huisarts, zodat bepaald kan worden of de behandeling voortgezet dient te worden. De herstelzorg kan bestaan fysiotherapie, oefentherapie, ergotherapie, diëtetiek en logopedie. Het type zorg en aantal behandeling is per patiënt verschillend. Het maximum aantal behandelingen dat wordt vergoed in een periode van zes maanden is als volgt:
Voor het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2019-2023, welke in 2024 is verschenen, wordt gebruik van gemaakt van declaratiegegevens die verstrekt zijn door de zorgverzekeraars aan het Zorginstituut via Vektis. Ten behoeve van de wettelijke taken worden deze gepseudonimiseerde declaraties gebruikt voor onder meer desbetreffend rapport.
In het tabellenoverzicht zijn de kosten voor de Zvw van 2019 tot en met 2023 te bekijken. Het verschil met deze kosten ten opzichte van de reguliere meerjarentabellen is dat de definitie hoe de kosten verantwoord worden voor elk jaar gelijk zijn aan 2024. Hierdoor wordt gecorrigeerd voor administratieve verschuivingen over de jaren en is het makkelijker om een getrouw beeld te krijgen van de ontwikkelingen vanaf 2019.
Op dit moment zijn alle kosten zijn gebaseerd op de ramingen van de zorgverzekeraars uit de tweede kwartaalrapportage van 2024.
Omdat de kosten nog niet uitgedeclareerd zijn, zijn de laatste jaren nog aan verandering onder hevig. Tevens is 2023 (en in sommige gevallen 2022) nog leeg gelaten op de diepere niveaus, omdat er te weinig declaraties zijn.
Voor een uitgebreide beschrijving van de toegepaste methodiek, klik hier.