Tabelpagina Mondzorg
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Mondzorg, klik hier.
Deze pagina beschrijft hoe de mondzorg (rubriek 4) werd bekostigd en verantwoord in 2024. Deze informatie is van toepassing op het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2019-2023. De toegepaste methodiek van dit rapport met betrekking tot rubriek 4 staat ook hier beschreven.
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Mondzorg, klik hier.
In rubriek 4 staan de kosten die gemaakt worden met betrekking tot de mondzorg in Nederland, welke vallen onder de dekking van het basispakket in de Zvw1. Voor jongeren onder de 18 jaar worden de meeste tandartskosten volledig vergoed. De kosten van de orthodontist worden doorgaans niet vergoed, met uitzondering van bijzondere orthodontische hulp. Voor volwassenen vanaf 18 jaar vallen de meeste tandartskosten niet onder de dekking van het basispakket. Wel is er voor volwassenen een (gedeeltelijke) vergoeding mogelijk vanuit de basisverzekering voor de kosten van de kaakchirurg of voor de kosten van een kunstgebit. Voor een volledig overzicht van de mondzorg in het basispakket, klik hier. De uitgaven voor specialisten voor mondziekten en kaakchirurgie worden bekostigd en verantwoord onder rubriek 6, medisch specialistische zorg. Voeg link toe naar pagina ‘Bekostiging en methodiek Medisch specialistische zorg (2024).
Voor mondzorg geldt zowel een eigen risico als een eigen bijdrage, waarbij de laatste afhankelijk is van de behandeling2. Een verzekerde van 18 jaar of ouder betaalt een eigen bijdrage van 25% voor een uitneembare volledige prothese (kunstgebit). De eigen bijdrage voor een uitneembaar volledig kunstgebit op implantaten bedraagt 10% van de kosten voor de onderkaak en 8% van de kosten voor de bovenkaak. Voor de reparatie of overzetting van een volledig kunstgebit betaalt een volwassen verzekerde 10% van de kosten. Voor verzekerden onder de 18 jaar vallen de mondzorgkosten niet onder het eigen risico.
Tabel 1: Totaal geschatte bruto eigen bijdrages voor de mondzorg.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Geschatte bruto eigen bijdrage mondzorg | €51.930.446 | €45.252.615 | €48.467.837 | €43.239.135 |
De NZa stelt maximumtarieven vast voor de prestaties van tandheelkundige zorg. Deze tarieven worden elk jaar geïndexeerd door de NZa om te corrigeren voor in- of deflatie. Daarnaast veranderen maximumprijzen soms om andere redenen, bijvoorbeeld omdat meerdere prijzen geïntegreerd worden tot één prestatie. Voor bepaalde prestaties kunnen daarnaast materiaal-, techniek- of laboratoriumkosten in rekening gebracht worden3. In 2024 stijgen de tarieven voor mondzorg met 5,9% ten opzichte van 20234. In het jaar 2023 was de indexatie nog hoger: de tarieven voor tandheelkundige zorg stegen toen met 7,7% ten opzichte van 20225.
Hieronder worden de belangrijkste beleidswijzigingen in de periode 2019-2023 beschreven.
2020
Corona
Vanaf 2020 (tot en met 2022) worden er extra kosten gemaakt voor de mondzorg vanwege de coronapandemie. Deze zijn onder te verdelen in direct patiëntgebonden kosten en indirecte kosten. De direct patiëntgebonden kosten worden verantwoord via reguliere prestaties en zijn voor de Mondzorg niet terug te herkennen in dit rapport. De indirecte coronakosten worden apart verantwoord.
Voor het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2019-2023, welke in 2024 is verschenen, wordt gebruik van gemaakt van declaratiegegevens die verstrekt zijn door de zorgverzekeraars aan het Zorginstituut via Vektis. Ten behoeve van de wettelijke taken worden deze gepseudonimiseerde declaraties gebruikt voor onder meer desbetreffend rapport.
In het tabellenoverzicht zijn de kosten voor de Zvw van 2019 tot en met 2023 te bekijken. Het verschil met deze kosten ten opzichte van de reguliere meerjarentabellen is dat de definitie hoe de kosten verantwoord worden voor elk jaar gelijk zijn aan 2024. Hierdoor wordt gecorrigeerd voor administratieve verschuivingen over de jaren en is het makkelijker om een getrouw beeld te krijgen van de ontwikkelingen vanaf 2019. Op dit moment zijn alle kosten gebaseerd op de ramingen van de zorgverzekeraars uit de tweede kwartaalrapportage 2024.
Omdat de kosten nog niet uitgedeclareerd zijn, zijn de laatste jaren nog aan verandering onderhevig. Tevens is 2023 (en in sommige gevallen 2022) nog leeg gelaten op de diepere niveaus, omdat er te weinig declaraties zijn.
Voor een uitgebreide beschrijving van de toegepaste methodiek, klik hier.