Tabelpagina huisartsenzorg
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Huisartsenzorg, klik hier.
Deze pagina beschrijft hoe de huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg (rubriek 1) werd bekostigd en verantwoord in 2024. Deze informatie is van toepassing op het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2019-2023. De toegepaste methodiek van dit rapport met betrekking tot rubriek 1 staat ook hier beschreven.
Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de Huisartsenzorg, klik hier.
De bekostiging van huisartsenzorg bestaat uit een driesegmentenmodel:
Het eerste segment bestaat uit de basisvoorziening huisartsenzorg, met een gecombineerd systeem van consulten en inschrijftarieven. Het betreft o.a. consulten van de huisarts, praktijkondersteuner huisartsen GGZ (POH-GGZ) en consulten voor passanten. Ook een aantal oude modernisering en innovatie (M&I) verrichtingen vallen hieronder (bijv. chirurgie, oogboring, intensieve zorg; S1-verrichtingen). Daarnaast valt sinds 2017 ook huisartsenzorg bij eerstelijnsverblijf onder dit segment. In de periode 2020-2024 valt ook de vergoeding van de kosten tot het mogelijk maken van online patiëntinzage onder dit segment. De POH-GGZ geeft zorginhoudelijke ondersteuning in de huisartsenzorg aan patiënten met klachten van (mogelijk) psychische, psychosociale of psychosomatische aard. De inschrijftarieven omvatten ook de opslag op het inschrijftarief van de POH-GGZ. Voor alle verzekerden kan een huisartsenpraktijk een algemeen inschrijftarief per kwartaal declareren, welke gedifferentiëerd is naar leeftijd en al dan niet woonachtig zijn in een opslaggebied. Het opslaggebied is bepaald aan de hand van de achterstandsindex. Voor dit segment gelden maximumtarieven.
Het tweede segment omvat de programmatische multidisciplinaire zorg, waarbij naast de huisartsenzorg ook andere disciplines betrokken zijn. Er moet een overeenkomst zijn met de betreffende zorgverzekeraar om prestaties uit dit segment te kunnen declareren. Voor het tweede segment gelden vrije tarieven.
Het derde segment bestaat uit resultaatbeloning en zorgvernieuwing. In dit segment is ruimte voor zorgverzekeraars en huisartsenpraktijken om afspraken te maken over de resultaten van huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg. Ook biedt dit segment ruimte om praktijkgebonden afspraken te maken rondom huisartsenzorg of multidisciplinaire zorg. Speerpunten zijn o.a. doorverwijzen (substitutie), E-health en het meekijkconsult. Ook voor het derde segment is een contract vereist en gelden vrije tarieven. De kosten voor een POH-somatiek kunnen ook uit dit segment worden bekostigd, vaak met een opslag op het inschrijftarief. De POH-somatiek verleent zorg in de huisartsenpraktijk aan met name patiënten met chronische aandoeningen. De POH-somatiek kan deels ook worden bekostigd vanuit ketenzorg DBC’s (segment 2).
Overige tarieven, zoals bijvoorbeeld de opslag inschrijftarief achterstandsfonds, en de tarieven voor avond-, nacht- en weekenddiensten, verbruiksmaterialen en entstoffen en laboratoriumkosten vallen buiten de segmenten. Ook een aantal oude M&I-verrichtingen vallen buiten de segmenten. Voor dit segment gelden maximum tarieven, behalve voor de oude M&I-verrichtingen. Hier geldt een vrij tarief, maar moet ook een overeenkomst zijn tussen zorgverzekeraar en huisartsenpraktijken.
Daarnaast valt sinds 2019 verloskundige zorg verleend door huisartsen (eerder verloskundige zorg) onder de categorie huisartsenzorg.
Huisartsenzorg valt onder de basisverzekering en valt niet onder het verplichte eigen risico. Verzekeraars zijn volledig risicodragend voor deze categorie, er vindt geen nacalculatie plaats via de risicoverevening.
De NZa stelt maximumtarieven vast voor de zorgproducten binnen de huisartsenzorg, deze tarieven worden door de NZa elk jaar geïndexeerd om zo te corrigeren voor economische groei/krimp volgens de beleidsregel Indexering. Daarnaast veranderen maximumprijzen soms, omdat bijvoorbeeld meerdere prestaties geïntegreerd worden tot één.
Van 2019 naar 2023 geldt dat de maximumtarieven van de NZa voor de huisartsenzorg prestaties met gemiddeld 15,5 procent stijgen. De maximumtarieven voor de avond-, nacht- en weekenddiensten geleverd vanuit huisartsendienstenstructuren zijn gemiddeld met 14,7 procent gestegen en buiten de huisartsendienstenstructuren met 14,6 procent is gestegen tussen 2019 en 2023. De maximumtarieven van verloskundige zorg geleverd door huisartsen is tussen 2019 en 2023 gestegen met 16,9 procent.
Hieronder worden de belangrijkste beleidsveranderingen in de periode 2019-2023 beschreven. Voor alle wijzigingen en een uitgebreide omschrijving verwijzen we u naar de beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg van de Nederlandse Zorgautoriteit.
2019
Consulttarieven
Voor de consulttarieven van de huisarts en POH GGZ wordt er vanaf 2019 onderscheid gemaakt in consulten korter dan 5 minuten en consulten vanaf 5 minuten én korter dan 20 minuten. Voor 2019 was er alleen een tarief voor consulten korter dan 20 minuten en aparte prestaties voor een telefonische en e-mailconsult met een tarief van de helft van een regulier consult. Reden voor deze wijziging waren signalen dat e-mailconsulten minder vaak werden ingezet dan mogelijk was. Vanaf 2019 maakt het voor het declareren van een consult niet uit of het een consult in de spreekkamer betreft of een consult op afstand (bijv. e-mail of telefonisch) betreft. De duur is daarbij leidend voor de prestaties.
2020
Deelname programma OPEN
Het is per 1 juli 2020 wettelijk verplicht om patiënten elektronisch toegang te geven tot de eigen medische gegevens. Hiervoor is een 4-jarig programma opgericht. Dit geldt voor huisartsen en andere zorgverleners uit de gecontracteerde programmatische ketenzorg. De financiële middelen worden voor een periode van maximaal 3 jaar ter beschikking gesteld. In de periode 2020-2022 mag het tarief eenmalig in rekening worden gebracht voor ingeschreven verzekerden.
Corona
Met ingang van maart 2020 zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd vanwege de corona-pandemie. Dit gaat om:
- Mogelijkheid om prestatie intensieve zorg te declareren voor patiënten met (vermoedelijke) coronabesmetting;
- Incidentele compensatie van meerkosten en omzetderving als gevolg van de coronapandemie van €10 per ingeschreven verzekerde;
- Opslag van maximaal €15 boven op het reguliere maximum ANW-uurtarief;
- Het declarabel maken van meerkosten voor aanvullende daglocaties. De patiëntcontacten kunnen via passantentarieven worden gedeclareerd.
Herijking SCEN-tarief
Het tarief voor SCEN-consultatie (Steun en Consultatie Euthanasie Nederland) is in 2020 verhoogd met meer dan dertig procent naar aanleiding van een herijking.
2021
SCEN op Waddeneilanden
Met ingang van 1 januari 2021 is een specifiek tarief voor SCEN voor verzekerden die op de Waddeneilanden wonen. Dit tarief is 2 keer zo hoog als het regulier SCEN-tarief.
Voor het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2019-2023, welke in 2024 is verschenen, wordt gebruik van gemaakt van declaratiegegevens die verstrekt zijn door de zorgverzekeraars aan het Zorginstituut via Vektis. Ten behoeve van de wettelijke taken worden deze gepseudonimiseerde declaraties gebruikt voor onder meer desbetreffend rapport.
In het tabellenoverzicht zijn de kosten voor de Zvw van 2019 tot en met 2023 te bekijken. Het verschil met deze kosten ten opzichte van de reguliere meerjarentabellen is dat de definitie hoe de kosten verantwoord worden voor elk jaar gelijk zijn aan 2024. Hierdoor wordt gecorrigeerd voor administratieve verschuivingen over de jaren en is het makkelijker om een getrouw beeld te krijgen van de ontwikkelingen vanaf 2019. Op dit moment zijn alle kosten zijn gebaseerd op de ramingen van de zorgverzekeraars uit de tweede kwartaalrapportage van 2024.
Omdat de kosten nog niet uitgedeclareerd zijn, zijn de laatste jaren nog aan verandering onder hevig.
Voor een uitgebreide beschrijving van de toegepaste methodiek, klik hier.