Tabelpagina farmaceutische zorg

Om terug te gaan naar de tabelpagina met de zorgkosten en aantallen voor de farmaceutische zorg, klik hier.

Bekostiging van de extramurale farmaceutische zorg

Rubriek 2 behandelt de kosten die gemaakt worden met betrekking tot de extramurale farmaceutische zorg in Nederland. Dit is medicatie die via de apothekers (buiten de ziekenhuizen) verstrekt wordt en welke valt onder de dekking van het basispakket van de Zvw.

Deze bekostiging is gereguleerd via het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) waarin is vastgelegd welke middelen vergoed worden en wat de maximumprijs mag zijn. Eigen risico is van toepassing op deze categorie. Daarnaast moet in sommige gevallen een eigen bijdrage betaald worden, als de prijs van de medicatie boven het vastgestelde maximum uitkomt. Alleen vergoedingen vanuit de Zvw worden hier behandeld, exclusief eigen bijdrages. Verzekeraars zijn niet volledig risicodragend voor deze categorie, er vond in de jaren 2019 - 2023 beperkte nacalculatie plaats via de risicoverevening op een aantal dure geneesmiddelen. De direct patiëntgebonden kosten worden verantwoord via reguliere prestaties en zijn voor de extramurale farmaceutische zorg niet terug te herkennen in dit rapport. De indirecte coronakosten worden apart verantwoord. Uitgebreide detailinformatie betreffende de extramurale farmaceutische zorg is ook terug te vinden via de website van de GIP databank van het Zorginstituut Nederland (www.gipdatabank.nl).

Aangezien er geen verdere categorieën bestaan voor deze rubriek in het Handboek, is de gehele rubriek uitgesplitst per ATC (Anatomical Therapeutic Chemical; internationale indeling geneesmiddelen) categorie.

Tarieven

De feitelijke vergoeding van een geneesmiddel komt tot stand op basis van afspraken tussen zorgverzekeraars en apotheken en worden gereguleerd via het GVS. Bovenop de prijs voor het geneesmiddel wordt daarnaast nog een uitgiftetarief van de apotheek in rekening gebracht. Ook het uitgiftetarief komt tot stand op basis van onderhandelingen tussen zorgverzekeraars en apotheken.

In de praktijk blijkt, dat apothekers die een overeenkomst met uw zorgverzekeraar hebben gesloten lagere tarieven hanteren dan wanneer er geen overeenkomst is. Dat geldt zowel voor de prijs van het geneesmiddel als voor het uitgiftetarief.

Voor een overzicht van de prijzen & vergoedingen per geneesmiddel kunt u terecht op Medicijnkosten.nl.

Beleidswijzigingen in de periode 2019-2023

In de periode 2019 tot en met het huidige jaar 2023 hebben er een paar wijzigingen plaatsgevonden die invloed hebben op de farmaceutische zorg.

2019

BTW verhoging van 6 naar 9%

Medicijnen worden per 1 januari 2019 duurder. Het kabinet Rutte-III verhoogt namelijk het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent. De maatregel is onderdeel van het belastingplan.

Paracetamol 1000 mg, vitaminen en mineralen uit het basispakket

Sinds 1 januari 2019 worden paracetamol 1000 mg, lage sterktes vitamine D, calcium, foliumzuur, vitamine A en kalium niet langer vergoed uit het basispakket. De vergoeding van deze middelen stopt voor iedereen. Het geldt dus ook voor mensen die een chronische aandoening hebben en/of deze medicijnen gebruiken op voorschrift of advies van de arts.

Eigen bijdrage medicijnen maximaal € 250

Sinds 1 januari 2019 betaalt een verzekerde voor medicijnen maximaal € 250 eigen bijdrage per jaar. Voor geneesmiddelen die binnen het GVS als onderling vervangbaar worden beoordeeld (bijlage 1A) geldt een maximum vergoedingslimiet. Voor de meeste geneesmiddelen ligt de prijs van deze geneesmiddelen onder de vergoedingslimiet, zodat deze middelen volledig door de zorgverzekeraar worden vergoed. Voor een beperkt aantal middelen is dit niet het geval en is er sprake van een bijbetaling door de verzekerde.

Implementatie van FMD-richtlijn (voorkomen van geneesmiddelen vervalsing)

Op 9 februari 2019  treedt de Europese Richtlijn vervalste medicijnen (MKZ) (2011/62 / EU) in werking. Deze richtlijn helpt fabrikanten, groothandelaren en logistieke dienstverleners in de farmaceutische industrie om vervalste geneesmiddelen te bestrijden en zo de veiligheid van de patiënt te verbeteren.

2020

Herijking WGP met nieuw referentieland

Per 1 oktober 2020 is er een herijking van de WGP-maximumprijzen geweest. De herijking zou eerst 1 april ingevoerd worden maar werd uitgesteld. Deze herijking is de eerste keer dat alle maximumprijzen worden vastgesteld op basis van een nieuw referentieland (namelijk Noorwegen in plaats van Duitsland).

Bij het uitstellen van de herijking in oktober zijn een aantal eenmalige maatregelen genomen.

Als eerste maatregel zijn vooraf de prijsdalingen gemaximeerd op 10 procent. Dat betekent dat de maximumprijzen die vanaf 1 oktober 2020 gelden, maximaal 10 procent lager liggen dan de maximumprijzen zoals die op dit moment gelden.

De tweede maatregel is voor sommige producten met een relatief lage omzet (lager dan 1 miljoen per jaar) in Nederland. De prijsdaling van minder dan 10 procent kan een reden zijn om het product niet langer in Nederland aan te bieden. Dan kan er op een beroep worden gedaan op een voorziening. In dat geval wordt de daling van de WGP-maximumprijs per 1 oktober 2020 eenmalig niet doorgevoerd, maar blijft de huidige, hogere, WGP-maximumprijs gelden.

Tijdelijke maatregel geneesmiddelen met lage prijs / omzet

Om de beschikbaarheid van geneesmiddelen te bevorderen worden in het kader van de corona-uitbraak tijdelijk de wettelijke maximumprijzen losgelaten voor alle geneesmiddelen die in Nederland bijvoorbeeld relatief lage prijzen, of een lage omzet hebben. Deze maatregel staat los van de herziening van de Wet Geneesmiddelenprijzen.

Regeling Continuïteitsbijdrage en meerkostenregeling Covid-19

Zorgverzekeraars hebben vanwege de terugval in de vraag naar zorg de Regeling Continuïteitsbijdrage in het leven geroepen. Met die regeling willen zij zorgverleners compenseren voor verlies van omzet vanwege de coronacrisis. Zorgverzekeraars komen met een meerkostenregeling tegemoet in de extra kosten die zijn gemaakt door COVID-19, bijvoorbeeld extra beschermingsmiddelen.

2021

Vergoeding van geneesmiddelen Gaucher naar medisch specialistische hulp

Per 1 januari 2021 worden geneesmiddelen voor Gaucher (stofwisselingsziekte) en totale parenterale voeding (TPV) alleen nog vergoed als onderdeel van de verstrekking medisch specialistische zorg.

2022

Vergoeding van epoëtines en G-CSF middelen naar medisch specialistische hulp

Per 1 januari 2022 worden epoëtines en G-CSF middelen alleen nog vergoed als onderdeel van de verstrekking medisch specialistische zorg. Epoëtines worden ook wel groeifactoren voor rode bloedcellen genoemd. De G-CSF middelen worden ook wel omschreven als groeifactoren voor witte bloedcellen.

2023

Hoge sterktes vitamine D uit het basispakket

Vanaf 1 januari 2023 worden alle sterktes van vitamine D niet meer uit het basispakket vergoed. De kosten hiervoor komen voor de rekening van de gebruiker. Vitamine D-middelen met lage sterktes waarvoor een alternatief verkrijgbaar is in de vrije verkoop (bij drogist, supermarkt of apotheek), worden vanaf 2019 niet meer uit het basispakket vergoed.

Het gaat over geneesmiddelen die worden voorgeschreven voor het voorkomen of behandelen van een vitamine D-tekort. Dat zijn middelen met alleen vitamine D (colecalciferol en calcifediol) en middelen met een combinatie van colecalciferol en calcium (kalk) of alendroninezuur. Alfacalcidol, calcitriol en dihydrotachysterol zijn andere vormen van vitamine D die vergoed blijven. Zij zijn voor andere aandoeningen dan een vitamine D-tekort geregistreerd, bijvoorbeeld als iemand te weinig of geen bijschildklierhormoon heeft of bij Engelse ziekte.

Bekostiging terhandstelling geïndividualiseerde distributievorm (GDV) aangepast

Een GDV is een specifieke verpakkingsvorm van medicijnen. De medicijnrol is het bekendste voorbeeld. Patiënten die meerdere medicijnen gebruiken, hebben soms moeite om die te ordenen. Als deze mensen niet in staat zijn om de voorgeschreven geneesmiddelen verantwoord te nemen, kan een medicijnrol helpen om dat goed en veilig te doen.

Voor 2023 brachten farmaceutische zorgaanbieders per geneesmiddel in de GDV een zogenaamde terhandstelling in rekening. Dus hoe meer geneesmiddelen er in een GDV zitten, hoe hoger de totale terhandstellingskosten zijn. Met ingang van 2023 mag een zorgaanbieder die terhandstelling niet langer per geneesmiddel in de GDV in rekening brengen. In plaats daarvan mag de zorgaanbieder één tarief in rekening brengen bij de zorgverzekeraar. Dus één bedrag voor de terhandstelling van alle geneesmiddelen die in de GDV zitten.

Methodiek Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2019-2023

Voor het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2019-2023, welke in 2024 is verschenen, wordt gebruik van gemaakt van declaratiegegevens die verstrekt zijn door de zorgverzekeraars aan het Zorginstituut via Vektis. Ten behoeve van de wettelijke taken worden deze gepseudonimiseerde declaraties gebruikt voor onder meer desbetreffend rapport.

In het tabellenoverzicht zijn de kosten voor de Zvw van 2019 tot en met 2023 te bekijken. Het verschil met deze kosten ten opzichte van de reguliere meerjarentabellen is dat de definitie hoe de kosten verantwoord worden voor elk jaar gelijk zijn aan 2024. Hierdoor wordt gecorrigeerd voor administratieve verschuivingen over de jaren en is het makkelijker om een getrouw beeld te krijgen van de ontwikkelingen vanaf 2019. Op dit moment zijn alle kosten gebaseerd op de ramingen van de zorgverzekeraars uit de tweede kwartaalrapportage van 2024.

Omdat de kosten nog niet uitgedeclareerd zijn, zijn de laatste jaren nog aan verandering onder hevig. Tevens is 2023 (en in sommige gevallen 2022) nog leeg gelaten op de diepere niveaus, omdat er te weinig declaraties zijn.

Voor een uitgebreide beschrijving van de toegepaste methodiek, klik hier.